
Antoon Coolen, schrijver
1897 – 1961
‘Daar hebt ge Antoon Coolen, die een simpel Brabantsch boerenstuk schrijft: ‘De Vier Jaargetijden’. Zijn menschen weten wat goed is, ook als ze dwalen, en het komt tenslotte na harde boersche twist alles terecht op een volkomen kinderlijke wijsheid, maar een wijsheid die men niet ontkennen kan: die dat de boer zijn grond moet zaaien, ook al zijn de tijden slecht, en dat de vrouw haar kind moet baren, zij het in leed. Over de afwijkingen en variaties op die waarheden kan men duizend tooneelstukken schrijven. Ze zijn geschreven. Maar wat er den toeschouwer, die als zoogenaamde ‘domme massa’ in de zaal zat, getroffen heeft is altijd allereerst de grondslag der waarheid geweest, de rijke aarde, waaruit de sierlijke of zware bloemen der variaties bloeiden.’
uit De Gids, jaargang 98, 1934